Ik merk het soms pas achteraf. Op een avond wanneer de stilte in huis eindelijk zacht genoeg is om bij mezelf stil te staan. Wanneer ik terugdenk aan de momenten van die dag en me afvraag: wat hebben ze eigenlijk van mij gezien?
Het was een drukke dag, zoals er veel zijn. Mijn hoofd zat vol, er kwam onverwacht een moeilijk telefoontje binnen en ergens tussen een meeting en een vergeten lunch schoot mijn irritatie ineens door de kamer. Niet omdat iemand iets fout deed. Gewoon omdat de emmer overliep.
Lía zat aan tafel en vroeg of ik haar tekening wilde zien. Ik zei ja, natuurlijk. Maar ik keek met halve ogen. Lena wilde opgetild worden, maar ik had m’n handen vol. Ik riep dat ik het zo zou doen, maar ‘zo’ kwam pas twintig minuten later. Intussen zweeg iedereen. En toen pas drong het tot me door:
ZE KIJKEN. Ook dan. Zeker dan.
Onze kinderen zien niet alleen wie we zijn op ons beste moment. Ze nemen ook waar hoe we reageren op stress, op ongemak, op de dingen die mislopen. En of we het nu willen of niet, dat wordt een voorbeeld. Hoe wij met spanning omgaan, dat wordt stilaan ook hún referentie.
Er komt een dag waarop zij geconfronteerd worden met een collega die hen afsnauwt, een partner die hen kwetst of een situatie die hen volledig overweldigt. En dan is de vraag niet of ze stress zullen kennen, want dat is onvermijdelijk. De vraag is: wat doen ze ermee? Vluchten ze? Verstijven ze? Gaan ze over de rooie? Of durven ze blijven staan, voelen, spreken?
En dat begint hier. Thuis. Niet door perfect te zijn, maar door zichtbaar te blijven in wie je bent, ook wanneer het schuurt. Door te tonen dat het oké is om fouten te maken, om je kwetsbaar te tonen, om sorry te zeggen. Dat je je emoties niet hoeft weg te stoppen, maar ook niet hoeft te laten ontploffen. Dat verantwoordelijkheid nemen niet betekent dat je alles alleen moet dragen, maar dat je wel altijd probeert aanwezig te blijven, ook in de storm. Het is soms confronterend om te beseffen hoeveel invloed we hebben. Niet via grote woorden, cadeaus of regels, maar door hoe we gewoon leven. Met onze keuzes, onze stiltes, onze kleine gebaren. De manier waarop we de dag beginnen, hoe we naar onze partner kijken, hoe we omgaan met iets wat tegenvalt. Het sijpelt binnen. Alles sijpelt écht binnen.
Ik probeer daar niet obsessief in te worden. Ik wil mezelf niet verlammen met het idee dat ik altijd 'het goede voorbeeld' moet zijn. Maar ik wil wel bewust blijven. Want wat ik hen elke dag toon, wordt de basis van hun eigen binnenwereld. En als ik wil dat zij ooit stevig staan, zacht blijven, en zichzelf durven zijn, dan begint dat bij mij. Hier en nu.